Konijnen rui

De rui

In het voorjaar en het najaar (en soms ook tussendoor) verwisselen konijnen hun vacht. Ze gaan ‘in de rui’. Konijnen die buiten wonen passen zo hun vacht aan, aan de temperatuur. Maar ook konijnen die het hele jaar binnen zitten, gaan vaak in de rui.

Hoe de rui verloopt, kan per konijn verschillen. Sommige konijnen hebben korte haartjes die in het rond stuiven, bij andere komen er hele plukken uit de vacht. Waar de oude haren zijn uitgevallen blijven nieuwe, in eerste instantie kortere haren achter. In de natuur blijven de losse haren hangen aan struiken of verwaaien in de wind. Maar in huis blijven ze in de vacht hangen of komen in het hooi terecht. Als een konijn te veel haren binnenkrijgt, kunnen zijn darmen moeite krijgen die weer weg te werken. Dat kan voor verstopping zorgen, zeker bij haar dat plukken vormt of bij lange haren. De konijnen krijgen het haar binnen als ze zichzelf of elkaar wassen, maar ook via vervuild hooi.

ruii1

Hulp bij rui

Haren die te lang blijven hangen, kunnen ook gaan klitten en een viltmatje vormen dat bijna niet weg te krijgen is. Daar blijft vuil in hangen, het is erg warm en de huid eronder kan gaan ontsteken. Een beetje hulp is dus vaak nodig. Kam je konijn in de rui regelmatig of pluk met je vingers het oude haar weg. Let op: niet te hard trekken, een konijnenhuid is kwetsbaar. Gooi oud hooi weg en geef minstens eens per dag vers hooi. Kijk of de konijnen dit goed eten en voldoende drinken. Veel beweging is ook nodig, om de darmbeweging optimaal te houden. Zo help je jouw konijn door de rui!